Bijna iedere paardeneigenaar voert zijn paarden in de winter bij met hooi of een andere soort ruwvoer. In de wintermaanden valt er per slot van rekening weinig te grazen in de wei. Voor de winter dus begint moet je op zoek naar goed hooi. Maar hoe weet je zeker dat je goede kwaliteit krijgt? Is kwaliteit te koop, of moet je zelf hooien voor die zekerheid?
Hooi is gedroogd gras dat in de wintermaanden of tijdens heel droge perioden aan paarden, maar ook andere grasetende dieren gevoerd wordt. Naargelang de leeftijd van het gemaaide gras, krijg je hooi met een hoge of lagere voedingswaarde. Hooi kun je langere tijd bewaren zonder dat het bederft.
Kwaliteit van hooi
Uiteraard wil je voor je paarden de beste kwaliteit hooi die mogelijk is, maar hoe bepaal je die kwaliteit? Ten eerste is het van groot belang dat je zeker weet dat er geen giftige planten in het hooi zitten. Hoewel veel planten in gedroogde toestand hun giftigheid verliezen, wil je niet riskeren dat je paard ziek wordt. Een absoluut gegeven is dat hooi Jacobskruiskruid-vrij moet zijn. Deze plant is uiterst giftig voor paarden. In gedroogde toestand in een pluk hooi is Jacobskruiskruid nog steeds levensgevaarlijk. De plant verliest zijn voor paarden herkenbare geur. Het kruid wordt niet meer als giftig herkend en paarden eten het nietsvermoedend op.
Ook het weer beïnvloedt de kwaliteit van het hooi. Gras dat lang genoeg heeft kunnen drogen in een warm voorjaars- of zomerzonnetje geeft vanzelfsprekend betere kwaliteit dan hooi dat natgeregend is. De toestand van de wei bepaalt ook voor een groot deel de kwaliteit. Veel molshopen in de wei geeft kans zanderige balen. Onkruid tussen het gras wordt gewoon mee geperst en weidegras met een lage voedingswaarde kan natuurlijk nooit hooi met een hoge voedingswaarde geven.
Zelf hooien
Als je over een voldoende groot weideperceel beschikt, kun je in het vroege voorjaar een gedeelte afzetten waar de paarden dan niet meer kunnen grazen. Dit stuk wei kun je gebruiken om hooi te winnen. Vervolgens is het aangeraden je weide te bemesten. Op die manier krijgen de graswortels genoeg voedingsstoffen en kan het gras goed groeien. Omdat je zelf kunt kiezen welk grasmengsel je inzaait, heb je invloed op de samenstelling en smaak van het hooi. Grasland dat bestemd is om te maaien, mag je ruimer bemesten dan een weide die bedoeld is voor begrazing. Om exact te weten aan welke voedingsstoffen jouw grasland behoefte heeft, kun je best een grondstaal laten onderzoeken.
Na het bemesten is het een kwestie van wachten. Wanneer je precies kan gaan hooien hangt van een aantal zaken af. Bedenk van tevoren altijd welk soort hooi het beste is voor jouw paarden.
Als je vrij vroeg in het jaar hooit – eerste snede – krijgt het hooi een hoge voederwaarde. Laat je het gemaaide gras vervolgens weer groeien om het een aantal maanden later opnieuw te hooien – tweede snede – krijg je hooi met een lagere voederwaarde. Dit is geschikt voor paarden die gemakkelijk vervetten. De meeste paardeneigenaren kiezen ervoor om te maaien wanneer de grashalmen in aar komen. Zodra dat gebeurt, is de groei van het gras voorbij en zal de hoeveelheid aan voedingswaarde niet meer stijgen. Dit zal doorgaans in de eerste helft van juni zijn. Hooi van gras dat is doorgeschoten is uitstekend geschikt voor recreatiepaarden die geen zwaar werk hoeven te verzetten.
De vuistregel hierbij is eigenlijk: ‘maaien zodra het gras in aar komt’. Als je te lang wacht en de aren gaan rijpen, gaat dat ten koste van de kwaliteit.
Uiteraard is er nog een belangrijker aspect dat je in ogenschouw moet nemen: het weer. Gemaaid gras moet zeker vijf tot zeven dagen zonnig en droog weer hebben om te drogen. In de tussentijd is het slim om het hooi te keren zodat alles goed en gelijkmatig droogt. Een regenbui tijdens het droogproces is een nachtmerrie voor elke boer. Het leidt tot mindere kwaliteit hooi en bovendien brengt het extra werk met zich mee om alles alsnog goed gedroogd te krijgen.
Voordroog
Bij hooi dat te vroeg geperst is of dat te nat in het pak is gegaan, is de kans groot dat het bederft of gaat schimmelen. Bovendien is het gevaarlijk omdat vochtig hooi kan gaan broeien met reële kans op brand! Is jouw hooi natgeregend voordat je kans zag om te persen, of zegt het weerbericht dat het slechts korte tijd droog blijft? Dan kun je best het zekere voor het onzekere nemen en het laten wikkelen. Op die manier krijg je geen hooi, maar voordroog. Om dit soort ruwvoer te verkrijgen is het voortraject hetzelfde als voor hooi. Het verschil bestaat erin dat je dit product al verkrijgt na slechts drie tot vier dagen drogen. Helaas kun je voordroog niet zomaar in balen persen en opslaan zoals je met hooi doet. Voordroog moet luchtdicht afgesloten worden zodat het bederfproces stilvalt.
In de praktijk kan dit op twee manieren: het voorgedroogde gras moet goed aangedrukt worden zodat de lucht zoveel mogelijk uit het product geperst wordt. Vervolgens moet het luchtdicht afgedekt worden met folie. Deze bewaartechniek heet inkuilen en heeft een vrij lage kostprijs. Het nadeel is wel dat, zodra je de kuil opent, de kans op schimmelontwikkeling stijgt. Dit kun je tegengaan door ongeveer een meter kuil per week op te voederen. Heb je te weinig paarden om deze hoeveelheid opgevoederd te krijgen, dan kies je best voor kleine geperste balen die luchtdicht omwikkeld worden met folie. Dit heeft dan weer als nadeel dat de kostprijs hoger is; bijna het dubbele van inkuilen. Ook moet je goed oppassen dat de folie niet beschadigt en de voordroog alsnog bederft.
Hooi kopen
Wie niet over een extra weideperceel beschikt en niet de tijd, het materiaal of de mankracht heeft om zelf aan de slag te gaan, is aangewezen op derden om hooi te kopen. Gelukkig zijn er genoeg bedrijven die dit ruwvoer verhandelen. Vaak is er ook keus tussen verschillende soorten hooi zoals luzerne-, graszaad-, kruiden- of het simpele weidehooi. Maar waar vind je de betrouwbaarste handelaar en het beste hooi? Hiervoor kun je het beste vertrouwen op mond-op-mond reclame. Vraag eens na waar andere paardeneigenaren of maneges hun hooi halen. Loonwerkers die in de zomermaanden bij verschillende boeren gaan maaien, persen of wikkelen, weten ook wie hooi aanbiedt en waar goede kwaliteit te halen valt. Let wel op met advertenties op internet. Vaak wordt er ‘goed hooi’ aangeboden, maar je kunt bedrogen uitkomen. Vertrouw je het niet helemaal, maak dan een afspraak om ter plaatse het ruwvoer te inspecteren. Maak een pak open, kijk ernaar en ruik eraan. Hooi moet goed droog aanvoelen, mag geen sporen hebben van te veel onkruid, distels of giftige planten en het moet kruidig ruiken. Hooi dat donker van kleur is, veel zand of onkruid bevat en muf of zuur ruikt, kun je beter links laten liggen. Eens je een handelaar gevonden hebt die goede kwaliteit levert en die je kunt vertrouwen, kun je de afspraak maken dat je elk jaar bij hem je ruwvoer afneemt. Zo kan hij een raming maken hoeveel balen hooi er het volgende jaar geproduceerd moeten worden en ben jij zeker dat je volgend seizoen weer goed zit! |
Zelf hooien
+ Goed zicht op kwaliteit
+ Goedkoper mits je zelf over machines en mankracht beschikt
+ Geen of lagere vervoerskosten
+ Je hebt zelf de regie in handen: grote of kleine pakken, wikkelen of persen, …
– Zeer tijdrovend, een belletje naar de boer om een bestelling te plaatsen is simpeler
– Je bent afhankelijk van het weer
– Je kunt van tevoren niet afspreken met werkkrachten wanneer en hoe lang je gaat hooien.
Hooi kopen
+ Tijd- en energiebesparend
+ Je krijgt wat je vraagt en niet wat het weer je toespeelt
+ Binnenhalen/levering wanneer het jou uitkomt
– Niet alle leveranciers zijn even betrouwbaar wat betreft kwaliteit
– Kans op giftige planten, stekels of hoog loodgehalte
– Duur! Dit seizoen ligt de prijs tussen vijf tot zes euro per pak