Als de zomer aangebroken is, dan zijn we allemaal vaak in de tuin te vinden. Verlichting en elektriciteit maken zomeravonden extra aangenaam, want dan is het extra fijn dat je tot in de late uurtjes nog buiten kunt zitten!

Buitenstopcontact aanwezig?

Een buitenstopcontact is natuurlijk wel zo handig, want zo heb je in de tuin altijd elektriciteit wanneer je dit nodig hebt. Heb je nog geen stopcontact buiten? Dan is het aan te raden om een professional in te schakelen om de elektriciteit in de tuin aan te leggen.

Belangrijke aandachtspunten als je elektriciteit in de tuin aan wil leggen:

• Bespreek met een professional waar precies in de tuin je elektriciteit (en dus een stopcontact) zou willen. Dit maakt inzichtelijk waar de kabels, buitenschakelaars en buitenstopcontacten moeten komen. Neem ook de verlichting in beschouwing. Bewaar de schets/tekening, zodat je altijd weet waar de elektra is gemonteerd/aangebracht.
• Elektriciteit en vocht gaan niet goed samen, dus zorg ervoor dat de juiste materialen worden gebruikt. Een buitenstopcontact moet altijd een klepje hebben ter bescherming en voor de veiligheid. Een goede keuze hiervoor is bijvoorbeeld een Peha spatwaterdicht opbouw. Zo komt er geen regenwater in het stopcontact.Vanwege het opspatten van regenwater moet het stopcontact altijd minimaal twintig centimeter boven de grond zitten.
• Zorg ervoor dat de grondkabel een aardscherm heeft. Dit is te herkennen aan de “as” code. Heeft de buitenkabel een code met “ymvk” of “xmvk”? Dan kan deze onder spanning komen te staan als je hem bijvoorbeeld met een schep raakt. Heel gevaarlijk dus! Grondkabels met aardscherm zijn in dat geval een stuk veiliger, want dan slaan alleen de stoppen door.

Buitenverlichting: sfeervol en functioneel

Buitenverlichting is niet alleen sfeervol, maar ook nog eens functioneel. In het donker zijn sleutelgaten beter zichtbaar en daarnaast zorgt licht er ook voor dat de tuinpaden beter te zien zijn. Ook is een vorm van buitenverlichting natuurlijk ook goed voor de veiligheid, want inbrekers slaan huizen met verlichte tuinen liever over.

Buitenverlichting komt in drie soorten, namelijk solarverlichting; laagspanningsverlichting (12 volt) en netspanningsverlichting (230 volt). De eerste twee lijken op het eerste gezicht de beste keuze, aangezien deze relatief eenvoudig aan te leggen zijn. Echter moet je dan wel rekening houden met een lagere lichtintensiteit. Wil je feller licht en betere zichtbaarheid? Dan kun je beter voor netspanningsverlichting kiezen.

Netspanningsverlichting: krachtig en dimbaar

Als je kiest voor netspanningsverlichting op 230 volt, dan geniet je ook in het donker van de tuin. Deze verlichting is direct op het stroomnet aan te sluiten, waardoor het licht een hogere intensiteit en dus feller is. Daarnaast is het licht ook te dimmen, waardoor je op ieder moment de gewenste lichtintensiteit kunt instellen. Netspanningsverlichting is dus ook geschikt om fel op het terras of op de oprit te schijnen.

Bij netspanningsverlichting is het alleen wel van belang dat de kabels minstens 0,5 meter diep liggen. Wroetende huisdieren of gravende spades kunnen dan minder snel de kabels beschadigen. Het is aan te raden om een professionele monteur de lichtinstallatie te laten verzorgen. Hij/zij weet namelijk precies hoe dit op een veilige en verantwoorde manier moet gebeuren.

Lichtplan

Maak een lichtplan voordat je daadwerkelijk begint met het aanleggen van de buitenverlichting. In dit lichtplan is opgenomen welke armaturen geschikt zijn en wat voor transformator je nodig hebt. Daarnaast staat er ook in hoe de kabels aangelegd moeten worden.